200VL elektrochirurgische eenheid/elektrochirurgische generator

Functies

3 Monopolaire snijmodi: Pure Cut, Blend 1, Blend 2
Pure Cut: Snijd het weefsel netjes en nauwkeurig af zonder coagulatie
Blend 1: Gebruik wanneer de snijsnelheid enigszins traag is en een kleine hoeveelheid hemostase vereist is.
Blend 2: vergeleken met Blend 1 wordt het gebruikt wanneer de snijsnelheid iets langzamer is en het betere hemostatische effect nodig is.

3 Monopolaire coagulatiemodi: spuitcoagulatie, geforceerde coagulatie en zachte coagulatie
Spray coagulatie: zeer efficiënte coagulatie zonder contactoppervlak. De coagulatiediepte is ondiep. Het weefsel wordt verwijderd door verdamping. Het gebruikt meestal een mes of balelektrode voor coagulatie.
Gedwongen coagulatie: het is contactloze coagulatie. De uitgangsdrempelspanning is lager dan spuitcoagulatie. Het is geschikt voor coagulatie in een klein gebied.
Zachte coagulatie: milde coagulatie dringt diep door om weefselcarbonisatie te voorkomen en de hechting van de elektrode aan weefsel te verminderen.

2 bipolaire uitgangsmodi: vaartuigafdichtingsmodus en boete
Vesselafdichtingsmodus: het biedt efficiënte en veilige afdichting van bloedvaten tot 7 mm.
Fijne modus: het wordt gebruikt voor hoge precisie en fijne regeling van de drooghoeveelheid. Houd de lage spanning om vonken te voorkomen.